Industrieel

Een industrieel interieur is stoer, robuust, ruimtelijk en functioneel opgezet. Het industrieel wonen is geïnspireerd door de fabrieksarchitectuur van de 19e en 20e eeuw. Belangrijke kenmerken zijn: praktisch, eenvoud, minimalistisch, ruwe materialen en strakke lijnen.

Een echt industrieel interieur herken je aan het gebruik van de kleuren wit, zwart, grijs en bruin, eventueel aangevuld met één heftige kleur. Het is een rauwe look waarbij je bakstenen, beton en metaal zichtbaar laat in je interieur. Heb je elektriciteitskabels, waterleidingen en buizen zichtbaar? Helemaal goed vooral zo laten! Deze elementen geven extra textuur aan je interieur. Qua afwerking heb je het bij deze look dus makkelijk. Je wisselt afgewerkte oppervlaktes af met beton en baksteen. Je industriële interieur oogt zo ruimtelijk, strak en minimalistisch.

Zet dus niet je hele interieur vol met verschillende soorten meubels maar kies bewust voor een aantal grote eye-catchers. Een grote, grove bank van leer, een stalen eetkamertafel omringt door stoelen waarbij het frame zichtbaar is. En grote lampen die rechtstreeks uit een fabriekshal lijken te komen om het af te maken. Meubels waarbij het interne mechaniek zichtbaar is, passen zeer goed in een industrieel interieur. Qua woonaccessoires kun je denken aan reclamepanelen, oude klokken, ijzeren vitrines, vintage kasten, stoere krukjes van metaal en grote planten. Om toch warmte toe te voegen, leg je enkele schapenvachten neer en een stoere koeienhuid als vloerkleed.